Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Trauma capitis

betekenis & definitie

is inwerking van geweld op het hoofd. Een val op het hoofd, een slag of een stoot, behoeven niet noodzakelijk tot een kwetsuur te leiden.

Wanneer wel een beschadiging optreedt, kan dat zijn: 1. een functiestoornis zonder vernietiging van weefsels. Men spreekt dan van een commotio cerebri of hersenschudding;

2. een functiestoornis die het gevolg is van een kneuzing der weefsels, in het bijzonder de hersenen, in welk geval men van een contusio cerebri spreekt. De commotio cerebri is een toestand van acute bewusteloosheid die direct in aansluiting aan een schedeltrauma ontstaat en die meestal niet langer dan 10 minuten duurt. Na bijkomen uit de bewusteloosheid herstelt de patiënt in enkele dagen tot weken. Wanneer de bewusteloosheid langer dan 10 minuten duurt, kan men er vrij zeker van zijn dat het trauma een ernstiger beschadiging heeft aangericht en dat een contusio cerebri of hersenkneuzing is ontstaan.

De ernst van de contusio cerebri is zeer verschillend. Zij kan zich beperken tot een kleine oppervlakkige kneuzing die weinig of geen verschijnselen geeft. Zij kan echter ook dermate uitgebreid zijn dat belangrijke gedeelten van de hersenen vernietigd zijn, waardoor de patiënt overlijdt of, zo hij geneest, ernstige defecten overhoudt. Vaak vindt de hersenkneuzing plaats juist tegenover het gebied waar het trauma heeft ingewerkt. De klap komt bijv. tegen het achterhoofd en de voorhoofdskwab van de hersenen wordt beschadigd. Of wel de klap komt tegen de rechter zijkant van het hoofd, en de linker slaapkwab wordt vernietigd. Deze contusie ,,par contre-coup” komt tot stand doordat het hoofd een krachtige versnelling krijgt en dan plotseling door zijn verbinding met de romp wordt afgeremd. De hersenen schieten dan door en botsen aan de overzijde tegen de schedel aan.

Over het algemeen is het verbazingwekkend te zien hoe ook patiënten met zeer ernstige hersenkneuzingen meestal weer in vrij korte tijd herstellen. Slechts een klein percentage overlijdt en een nog kleiner percentage heeft blijvende restverschijnselen in de vorm van verlammingen, geestelijke defecten of toevallen. De angst die in brede volkslagen heerst voor de gevolgen van een hersenschudding en een hersenkneuzing moet als onvoldoende gemotiveerd worden beschouwd.

Behalve een commotio cerebri en een contusio cerebri kan het trauma capitis ook een schedelbloeding veroorzaken en een schedelbreuk. Algemeen bekend is de schedelbasisfractuur die aanleiding geeft tot de bloeding uit mond, neus of oren die zo vaak gezien wordt na een schedelverwonding. Bovendien is de schedelbasisfractuur vaak verantwoordelijk voor het brilhaematoom d.w.z. de blauwe ogen die korte tijd na het trauma kunnen ontstaan. Het is niet zeker dat de bloeding uit neus of oor en het brilhaematoom met stelligheid op een schedelbasisfractuur wijzen. Behalve de schedelbasis kan de schedelkap breken. Dit kan, doordat het geweld de schedel meer heeft ingedeukt dan de elasticiteit van het been toeliet, zodat een barst, een zgn. fissuur is ontstaan, dikwijls over een grote lengte van het schedeldak. Het is ook mogelijk dat het plaatselijk geweld een of meer beenschollen naar binnen heeft gedrukt. Men spreekt dan van een impressiefractuur. Stukjes bot kunnen bij deze fracturen tot diep in de hersenen doordringen.

DR A. VERJAAL.

< >