Iers dichter en schrijver (Dublin 28 Mei 1779 - Sloperton Cottage, Devizes, Wiltshire, 25 Febr. 1852), studeerde aan het Trinity College te Dublin als een der eerste Katholieken die er werden toegelaten. Daarna gevestigd te Londen trok hij sterk de aandacht met zijn vertaling Odes of Anacreon (1799) en vond hij beschermers, o.a de Prins van Wales, zodat hij begiftigd werd met een sinecure op de Bermuda-eilanden, die hij echter spoedig overliet aan een plaatsvervanger.
Moore, die steeds een grote populariteit bleef genieten werd beroemd als dichter van Ierse liederen, getoonzet door John Stevenson. Daarnaast ontplooide hij een bijzondere kwaliteit als satiricus, in verzen en brieven, met name in The Twopenny Postbag (1813). Veel succes had hij met Lallah Rookh (1817), een Oosters verhaal met vier romantische gedichten vervlochten. Wegens door zijn plaatsvervanger veroorzaakte schulden moest Moore enige jaren (tot 1822) Engeland verlaten. Byron had hem inmiddels zijn mémoires toevertrouwd, die Moore echter na diens dood als te compromitterend vernietigde. Hij schreef wel een goede biografie over hem.Bibl. (voorn. werken); Epistles, Odes and other Poems (1806); Irish Melodies (1807-’34); National Airs (I8I8-’27). Satirisch: The Fudge Family in Paris (1818); Odes on Cash, Corn, Catholics and other Matters (1828); The Fudge Family in England C1835)- Voorts: Loves of the Angels (1822, Oosters gedicht); Memoirs of the Life of Sheridan (1825); Memoirs of Captain Rock (1824); History of Ireland (1846, onvolt.). Life and Death of Lord Edward Fitzgerald (1831, waarsch. zijn beste prozawerk); The Letters and Journals of Lord Byron, with Notices of his Life Memoirs, Journals and Correspondence, ed. John Russell (8 dln 1853-’56) ; The Poetical Works of Th. M., coll, by Himself (10 din, I840-’42), ed. A.
D. God ley (1910); Diary, sel. by J. B. Priestley (192s).
Lit.: S. Gwyn, Th. M. (1928, herdr. 1924): S. MacCall, Th. M. (Dublin 1936); L. A.
G. Suong, The Minstrel Boy, Portrait of Th. M. (1937).