(Oenothera L.), plantengeslacht uit de familie der Onagraceeën, gekenmerkt door 4-tallige bloemen met een lange bloembuis en 8 meeldraden en een loculicide 4-hokkige doosvrucht. Het is een Amerikaans geslacht, waarvan enkele soorten echter sinds lang in Europa ingeburgerd zijn, zo in Nederland 0. biennis L., de gewone, 0. muricata L., de kleine, en O. Lamarckiana Ser., de grote Teunisbloem en vermaarde proefplant van Hugo de Vries (z mutatietheorie).
Van laatstgenoemde zijn in het wild 2 mendelende verliesmutaties gevonden, de var. laevifolia met gladde bladen en de var. brevistylis met korte stijl, van 0. biennis een var. sulfurea met zwavelgele bloem en een var. cruciata met smalle vergroende bloembladen, en op de Wadden-eilanden vindt men een vorm O. ammophila Focke, kenbaar aan wijnrode vlekjes op stengels, knoppen en jonge vruchten, die waarschijnlijk een mutatie van O. neuricata is. Een paar soorten zijn adventief gevonden, en talrijke worden als sierplant gekweekt: O. fruticosa L. en O. missouriënsis Sims, vaste planten met goud- resp. zwavelgele bloemen, 0. speciosa Nutt.,met grote witte welriekende bloemen enz.
