Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Terriërs

betekenis & definitie

honden voor de jacht op dieren welke in holen huizen, zoals vossen, dassen, otters enz., en in het algemeen voor het verdelgen van voor de mens schadelijke dieren, zoals ratten, muizen enz. De bedoeling is, dat de terrier door een driest optreden de bewoner naar buiten drijft, waar jager of foxhounds hem wachten.

Blijft het bedreigde dier beneden, dan pleegt men bij de jacht te voet, afgaande op het geblaf van de hond, beide uit te graven. Daar het onder de grond vaak tot schermutselingen en soms tot gevechten op leven en dood komt, dient de terrier grote bijtkracht te bezitten, welke echter tentoonstellingsterriers thans inboeten door het fokken op lange kaken en smalle schedels.De gang of pijp biedt doorgaans op zijn smalste plaatsen geen ruimte aan een fors lichaam, wat de borstomvang van de terrier beperkt. Als uiterste neemt de jager een borst aan, welke hij met duim en middelste vinger der beide handen kan omspannen en hij heeft ook kleinere terriërs bij zich. Er bestaan kort- en hoogbenige terriërs. De eerste zijn in pijp en hol en op klippen in het voordeel, maar die de grote foxhounds moeten volgen, wanneer deze de vos jagen, hebben behoorlijk lange benen nodig. Van de kortbenige zijn hier vooral bekend de Schotse, de cairn- en de Sealyhamterrier; van de hoogbenige de fox- en de Welsh terrier. Door kruising zijn grote terriërs gefokt, van welke hier de Airedale-, de Bedlington- en de bullterrier het meest voorkomen. In Ierland helpt de terrier de pachter bij alle werk en vermaak en is wat groter dan de fox. De blauwe Ierse of Kerry blue terrier ziet men hier het meest. Kleine vormen van de terrier zijn o.a. de Yorkshire en de black and tanterrier.

< >