Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tatoeage

betekenis & definitie

Het woord tatoeëren is afgeleid van de Polynesische term „tatow”. Het is een zo algemeen aanvaarde term geworden, dat het het Nederlandse woord „prikschilderen” heeft verdrongen.

Onder tatoeage verstaat men tegenwoordig drieërlei soort bewerking:1. de kleur tatoeage: hierbij wordt door fijne prikjes kleurstof in de huid gebracht, met als resultaat een blijvende tekening;
2. de littekentatoeage (ook wel scarificatie genoemd): hierbij worden wonden in het lichaam aangebracht, die men met opzet doet zweren, zodat er duidelijke littekens ontstaan, welke met elkaar een bepaald ornament vormen;
3. de naaitatoeage: hierbij wordt een draad met zwarte kleurstof door de huid genaaid en er uitgetrokken, zodat een rij zwarte punten ontstaat.

Naaitatoeage is zeer zeldzaam en wordt enkel bij sommige Eskimo- en Noordsiberische stammen gevonden. De gebieden met de hoogst ontwikkelde kleurtatoeage zijn (waren!) Nieuw-Zeeland (waar de hoofden der Maori zich het gehele gelaat lieten tatoeëren en hun vrouwen een coquette getatoeëerde kinversiering hadden) en Japan (waar aparte kunstenaars zich hierop met verbluffend resultaat toelegden; in het algemeen waren het hier de lagere standen die zich tatoeëerden). De littekentatoeage vinden wij het meest ontwikkeld in Midden- en West-Afrika.

Het tatoeëren is vrijwel over heel de wereld verspreid. Alleen in Midden- en Oost-Azië is het onbekend. Intussen is het in de verschillende gebieden lang niet even belangrijk. Bij volken, die een groot deel van hun lichaam onbedekt hebben, speelt het tatoeëren uit den aard der zaak een voorname rol. Bij volken met een lichte huidskleur vinden wij de kleurtatoeage, terwijl volken met een donkere huidskleur (Afrika, Melanesië, N.-Guinea) littekentatoeage kennen.

De betekenis van het tatoeëren is bij verschillende volken zeer verschillend, hoewel het overal gezien wordt als een schoonheidsmiddel. Daarnaast echter tatoeëert men zich om zich van anderen te onderscheiden. Zo zijn de mannen anders getatoeëerd dan de vrouwen, onderscheiden de leden van een geheim genootschap zich door tatoeage van de niet-leden, de volwassenen zich van de kinderen. Het tatoeëren vinden wij dan ook, met het tandenvijlen en de besnijdenis, onder de initiatie- en puberteitsceremoniën. Ook is de wijze, waarop men getatoeëerd is, een teken dat men tot een bepaalde stand of tot een bepaalde stam behoort. Het tatoeageteken kan het onderscheidingsteken zijn voor de held, de succesrijke krijger of koppensneller. Duidelijk is ook, dat de tatoeage een magisch-religieuze betekenis heeft; bepaalde tekens op het lichaam aangebracht beschermen de mens tegen ongeluk. Het verband met religie en magie komt ook hierin tot uiting, dat de tatoeage door priesters of andere gewijde personen kan geschieden en dan vaak onder het brengen van offers en gepaard met verder ceremonieel.

Welke van al deze motieven is het oorspronkelijke? Meestal wordt óf de versiering, óf het magisch-religieuze genoemd. Neemt men het eerste aan, dan meent men dat de versiering eerst magisch-religieuze zin kreeg, terwijl men, wanneer men deze zin voorop stelt, betoogt dat de tatoeage eerst later tot enkel ornament vervlakte. Er is echter alle reden aan te nemen, dat beide motieven onscheidbaar verenigd waren. Wanneer men versierde, dan deed men dit op magisch-religieus zinvolle wijze.

In heel wat gebieden waar de tatoeage bestond is hij in later tijd onder vreemde cultuurinvloeden in onbruik geraakt. Zo heeft de Europeanisatie de tatoeage bij vele volken doen verdwijnen zonder dat er ooit opzettelijk tegen werd opgetreden. Ook onder invloed van de Islam verdween de tatoeage, omdat deze religie het tatoeëren verbiedt.

PROF. DR H. TH. FISCHER

Lit.: W. Jöst, Tatowiren, Narbenzeichnen und Körperbemalen. Ein Beitrag z. vergl. Ethnologie (Berlin 1887); W. D. Hambly, The History of Tattooing and its Significance (London 1925).

In Europa treft men vooral bij vele misdadigers tatoeages aan, waarbij aangemerkt dient te worden, dat deze wijze van lichaamsversiering in de onderste lagen der maatschappij veelvuldig voorkomt. Ook bij matrozen en varenslieden, die veel in kroegen en havenbuurten verkeren, wanneer zij aan land zijn, vindt men dit verschijnsel. Een van de grondmotieven wordt gevormd door pronkzucht met het eigen lichaam of bepaalde lichaamsdelen, terwijl de getatoeëerde voorstelling op symbolische wijze bepaalde neigingen weergeeft.

Sexuele en wraakzuchtige motieven vormen een veelvuldige inhoud, terwijl men soms verschillende menselijke deugden en gebreken vereeuwigd vindt. Politieke symbolen, vnl. van anarchistische betekenis, zoals te verwachten is, zijn eveneens veelvuldig. Bij landlopers vindt men hun liefde voor de natuur in verschillende plant- en diermotieven terug, waarbij de diermotieven dan tevens gewoonlijk nog een bepaalde karaktertrek of neiging symboliseren.

< >