Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Sven johan stolpe

betekenis & definitie

Zweeds schrijver (Stockholm 24 Aug. 1905), studeerde literatuurgeschiedenis en was werkzaam als journalist. Hij nam vol vuur deel aan het „cultuurdebat” en interesseerde zich vooral voor godsdienstige vragen.

Hij was gegrepen door N. Söderbloms oecumenisch ideaal, sloot zich later aan bij de Oxfordgroep en werd ten slotte Rooms-Katholiek. Hij is een kenner van de Franse literatuur.Bibl. : Romans: I dödens vantrum (1930); Madame Sallerin (1932); Jarnbröderna (1933); Döbeln (1941); Varlden utan nâd (1941); August Strindberg och hans hustru (1944); Midsommarnatten (1945); Lâtt, suabb och öm (1947); Sakramentet (1948). Essays: Tvâ generationer (1929); Livsdyrkelsen (1931); Den kristna falangen (I—II, 1934-1936); Diktens frihet (1935); Det svenska geniet (1935) ; Kàmpande dikt (1938) ; I manniskodjungeln (1944); François Mauriac och andra essayer (1948); Den glömda vagen (1949); Vadstena och andra studier (1949); Ande och dikt (1950); Toneelstuk: Under strecket (1932). Verder: Kaj Munk (i944); Jeanne d’Arc (1949).

< >