Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Sussex

betekenis & definitie

Engels graafschap ten Z. van Londen, dat in 1888 werd verdeeld in de graafschappen East-Sussex (2147 km2 met in 1951: 618 080 inw.) met de oude hoofdplaats Lewes (13 100 inw.) en West-Sussex (1626 km2 met 318 660 inw.) met de hoofdplaats Chichester (19110 inw.). De krijtheuvels der South Downs eindigen in de steile Beachy Head.

Zij vormen een weidegebied van ca 200 km2 oppervlakte. Ten N. van deze weidestreek ligt het district der Wealds en Forest Hills (vroeger met uitgestrekte wouden bedekt). De kuststrook is merendeels vlak en vruchtbaar. Rivieren zijn: de Arun met de Rother, de Adur en de Ouse. Landbouw en veeteelt zijn de belangrijkste bronnen van bestaan. De grootste plaatsen, Brighton en Hastings, zijn badplaatsen. In Sussex (Süth Seaxe = Zuid-Saksen) landden de meeste volkeren, die Engeland binnentrokken (z Angelsaksen).

< >