wordt in art. 424 W. v.Sr. de overtreding genoemd, die bestaat uit het baldadigheid plegen tegen personen of goederen op of aan de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats, waardoor gevaar of nadeel kan worden teweeggebracht. Bij eerste veroordeling kan een straf worden opgelegd van 15 gulden, bij herhaling binnen het jaar hechtenis van ten hoogste drie dagen.
Lit.: Noyon-Langemeijer, het Wetb. v. Strafr. verklaard, dl III, 5de dr. (Arnhem 1949), blz. 410-416.