Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SMOUT, adriaan joriszn

betekenis & definitie

Contra-Remonstrants predikant (Rotterdam ca 1580-1646), studeerde te Leiden, werd predikant te Rhoon en Pendrecht en in 1606 hulpprediker bij de Rotterdamse Waalse predikant Gesel, die tevens met diensten onder de Hervormden was belast. Beiden toonden zich buitengewoon roerig in de Remonstrantse quaestie.

Smout vertrok als predikant naar Delfshaven, werd door de Staten van Holland, wegens het uitgeven en aan de Staten opdragen van een fel geschrift, naar ’s-Gravenzande verbannen, preekte niettemin telkens in Amsterdam, waar hij in 1620 wettig beroepen werd. Hier toonde hij zich de allerfelste strijder voor het gezag der Gereformeerde Kerk over de staat, was volslagen onverdraagzaam, won als volksmenner veel aanhang, maar werd na 10 jaar verbannen; hij verdwijnt dan uit het licht der historie. Smout is bekend als mikpunt in Vondel’s hekeldichten.Bibl.: Schriftuurlic „Ja” (1613); Nic. Grevinchovius, Heautontimorumenos (1617); Bode met twee Seyndtbrieven (1608); Toetse van seeker antwoort van C. Vorstius (1612).

< >