Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SLIB

betekenis & definitie

is een fijnkorrelig sediment (peliet), dat met water verzadigd en uit suspensies neergeslagen is (rivierslib, meerslib, zeeslib). Zijn korrelgrootte ligt onder 0,02 mm, terwijl een belangrijk gedeelte wordt ingenomen door fracties kleiner dan 2 μ. Zijn bestanddelen zijn fragmenten van gesteenten en mineralen, nieuwe, door verwering gevormde, silicaten, colloïdale verweringsproducten en organogene resten en omzettingsproducten.

Tot de laatste behoren kalk- en kiezeldeeltjes van organismen, humusstoffen, bitumineuze stoffen en bacteriële afscheidingen. De scheikundige samenstelling van slib is sterk wisselend. Door verlies van water ontstaan uit slib verschillende pelieten. Hebben silicaten en kleine SiO2 korreltjes de overhand, dan heet het sediment klei, treden daarin grovere kwartsdeeltjes op, dan wordt van leem gesproken, is een duidelijk gehalte aan carbonaten (vooral van calcium) aanwezig, dan heet het gesteente mergel. Meerkrijt ontstaat door waterverlies uit kalkslib.

< >