Werneriet, is een groep gesteentevormende mineralen, in tetragonale zuilen kristalliserend, s.g. 2,63-2,79; hardheid 5-6; de kleur is grijs, geelachtig of groenachtig, soms is het mineraal kleurloos. Het is een isomorfe mengvorm van een calcium-aluminium-silicaat (Meioniet, Ca4Al6Si6O25) met een chloorhoudend natrium-aluminium-silicaat (Marialiet, Na4Al3Si9O24Cl).
Tussen deze beide componenten bestaan nog enkele mengvormen (dipyr en mizzoniet). De bestendigheid tegen zuren is bij de mengsels waarin meioniet overheerst het geringst, bij die met groot marialiet-gehalte het grootst.Het mineraal komt o.m. voor in de metamorfe kalkgesteenten van Skandinavië, verder in de Pyreneeën, in New Jersey, Massachusetts en New York. In Zweden komt het op magnetietdeposieten voor, verder in gneis en amphiboliet in Neder-Oostenrijk en Zweden. Gedesintegreerd komt het als kaolien (porseleinaarde) voor bij Passau (Oostenrijk).