voorstad van Gent, in Oost-Vlaanderen, aan het kanaal Gent - Terneuzen, ligt op vlakke zandige bodem (604 ha) en telt (1951) 12.689 inw. Er is tuinbouw, textiel- en chemische nijverheid.
Sedert eeuwen viert men de Negenmeimarkt rond de heuvel met een kapel, die parochiekerk werd in 1847 (mooie schilderijen, bekend kerkhof met graven van vooraanstaande Vlamingen). In 1872 werd het dorp afgescheiden van Oostakker en gemeentelijk zelfstandig. In 1874 werd het Groot Begijnhof van Gent hier in schilderachtige trant heropgebouwd; het telt nog een paar honderd begijnen.Lit.: M. van Poeck, Gesch. en beschrijving v. S. (Sint-Amandsberg 1910); S. en de Negenmeimarkt (Sint-Amandsberg 1940); J. Lammens, Le béguinage de Se Élisabeth à Mont-Saint-Amand (Gand 1899); A. Rutten, Het Groothof v. S. (Antwerpen 1908).