Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SIMONS, gerrit

betekenis & definitie

natuurkundige (Thamen a. d. Amstel 22 Jan. 1802 - ’s-Gravenhage 17 Nov. 1868), werd inspecteur-adviseur voor wis- en scheikundige zaken aan het departement van Financiën en wijdde zich in 1837 aan het vraagstuk van de droogmaking der Haarlemmermeer, vnl. wat de stoombemaling betreft.

Hij maakte verschillende reizen naar Engeland, die leidden tot het ontwerp van het stoomgemaal Leeghwater, later gewijzigd voor de gemalen Cruquius en Lynden, die jarenlang algemene aandacht hebben getrokken. In 1844 verscheen in de werken van het Bataafs Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam zijn met goud bekroonde verhandeling (met A. Greve) over de stoombemaling van polders en boezems, waarin het denkbeeld van hulpstoombemaling met primaire windbemaling werd bestreden. In 1845 reeds adjunct-directeur, werd hij in 1846 directeur van de Kon. Academie te Delft, tot 1856, toen hij minister van Binnenlandse Zaken werd. Hij trad af na verwerping der begroting in hetzelfde jaar, werd in 1864 lid van de Tweede Kamer.

< >