Graaf, Italiaans staatsman (Montignoso di Lunigiana 25 Sept. 1873 - Rome 4 Sept. 1952), trad in 1896 in diplomatieke dienst, was van 1911-1915 gezant in China en 1919-1920 onderstaatssecretaris van Buitenlandse Zaken. Daarna was hij van Juni 1920 - Juli 1921 minister van Buitenlandse Zaken in het laatste kabinet-Giolitti.
Door het sluiten van het verdrag van Rapallo met Joegoslavië haalde hij zich de haat der Italiaanse nationalisten op de hals. In 1922 ambassadeur te Parijs geworden, nam hij zijn ontslag bij de machtsaanvaarding van Mussolini. Hij leidde thans enige jaren de oppositie in de Senaat, totdat hij in 1927 vrijwillig in ballingschap ging. Nu werd hij de voornaamste woordvoerder van de anti-fascistische Italiaanse emigranten.Hij verbleef in vele landen en publiceerde in tal van bladen. Hoewel het hem als Annunziata-ridder steeds vrijstond, naar Italië terug te keren, deed hij zulks pas in 1943, na de val van het Fascisme. In de kabinetten-Badoglio en -Bonomi had hij zitting als minister zonder portefeuille; hij was speciaal belast met de repressie-maatregelen tegen fascisten. Vervolgens werd hij voorzitter van de Consultatieve Raad (1945-1946) en in Febr. 1947 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-De Gasperi. Dit ambt legde hij in Juli 1951 neer, waarna hij minister zonder portefeuille werd, belast met Europese aangelegenheden. Sforza was, hoewel van hoge adellijke afkomst, een overtuigd republikein en wilde, naar Mazziniaanse traditie, tegelijk patriot en internationalist zijn. Het streven naar Europese eenheid en de Westerse samenwerking in ruimere zin vonden in hem een voorvechter.
Bibl.: Mazzini (1924); L’Enigme chinoise (1928); Diplomatic Europe after the treaty of Versailles (1929); European Dictatorships (1930); L’âme italienne (1933); Europe and Europeans (1934; Les frères ennemis (1935); Machiavelli (1941); Les Italiens tels qu’ils sont (1941); Dictateurs et dictatures (1942); Pachitch et l’union des Yougoslaves (1942); Illusions et réalités de l’Europe (1942); Contemporary Italy (1942); La guerra totalitaria e la pace democratica (1944); L’Italia e i problemi délia pace europea (1944); Italia e Francia di domani (1944); Panorama europeo (1944); L’Italia dal 1914 al 1944 quale io la vidi (1944); Costruttori e distruttori (1946).