Pools dichter (Rood Ruthenië 1550-1581), kreeg een Protestantse opleiding aan de universiteiten te Wittemberg en Leipzig, ging echter tot het Katholicisme over: men treft hem sedertdien aan in een milieu van bekeerlingen als vurig aanhanger van een fel, Spaans geaard ascetisme. Na te hebben gedebuteerd met uitstekende liefdespoëzie in de trant van het Petrarciserende madrigalisme maar van een felle hartstocht doorgloeid (in manuscript weergevonden in 1891), schreef hij een kleine bundel godsdienstige en vaderlandse gedichten (Rytmy, uitg. 1601), waarin de religieuze angst opmerkelijk tot uiting komt en de wereld en de menselijke vrijheid haast op nijdige wijze worden afgewezen.
Met één slag heeft hij de hele gamma van stijleffecten, woordenkeus en versificatie in het leven geroepen, die kenmerkend zijn voor een poëzieopvatting, welke naar verrassing, forsheid en fascinerende verbrokkeling van de zin en de strofe streeft. Deze dichter is ongetwijfeld één van de grootste Europese dichters van de aanvang van het Barok.PROF. DR C. BACKVIS
Bibl.: Wetensch. uitg. door I. Chrzanowski in: Biblioteka Pisarzow Polskich van de Ac. van Krakau (1903, 1913); gecomm. uitg. door Sinko, in: Biblioteka Narodowa (1928).
