Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHOUMAN, aert

betekenis & definitie

Nederlands schilder (Dordrecht 4 Mrt 1710 - ’s-Gravenhage 7 Mei 1792), was te Dordrecht een leerling van Adriaan van der Burgh en van de glasetser F. Greenwood.

Ca 1748 vestigde hij zich te ’s-Gravenhage waar hij in 1750 Hoofdman van de Confrerie Pictura werd. Hij schilderde portretten en regentenstukken in de trant van de 17de eeuw, maar is vooral bekend als schilder van behangsels en plafondstukken (decoratief opgevatte landschappen met pluimvee). Hij was voorts een vaardig tekenaar en aquarellist en graveerde op glas. Hij was de leermeester van zijn neef, de marineschilder Martinus Schouman.Lit.; J. van Gool, De Nieuwe Schouburg der Ned. Kunstschilders en Schilderessen, II (’s-Gravenhage 1751); R. van Eynden en A. van der Willigen, Gesch. der Vad. Schilderkunst sedert de helft der 18de eeuw, II (Haarlem 1817), IV (1840); J. Immerzeel Jr, De Levens en werken der Holl. en Vl. kunstschilders enz., III (Amsterdam 1843); C. Kramm, ld., V (Amsterdam 1861); P. A. Scheen, Honderd Jaren Nederlandsche Schilder- en Teekenkunst (Den Haag 1946).

< >