Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SALISBURY, robert arthur talbot gascoyne cecil

betekenis & definitie

3de Markies v. (Hatfield 3 Febr. 1830 - 22 Aug. 1903), heette eerst lord Robert Cecil, na 1864 lord Cranborne en in 1868 lord Salisbury. Hij werd in 1853 conservatief lid van het Lagerhuis, in 1866 in het kabinet-Derby minister voor Indië, maar nam in 1867 zijn ontslag, omdat hij zich met een ontworpen reformbill niet verenigen kon.

Door de dood van zijn vader werd hij lid van het Hogerhuis (1868). In 1869 werd hij kanselier der universiteit van Oxford en in 1874, toen Disraëli aan het roer kwam, staatssecretaris voor Indië. Op de conferentie te Constantinopel (1876) over de hervormingen in Turkije, deed hij zeer radicale voorstellen, waardoor geen resultaat werd bereikt; twee jaar vertegenwoordigde hij Engeland op het congres van Berlijn, als minister van Buitenlandse Zaken, samen met Disraëli, wiens politiek hij deed zegevieren.Na de dood van Beaconsfield werd hij de leider der Conservatieven en bestreed Gladstone met kracht in het Hogerhuis. Na de val van dit ministerie trad Salisbury aan het hoofd der regering, eerst in 1885 voor enige maanden, daarna, in 1886, voor lange tijd, in 1887 als minister van Buitenlandse Zaken. Hij knoopte vriendschappelijke betrekkingen aan met Duitsland, waaraan Helgoland werd afgestaan, en met Italië met het oog op de Middellandse Zee. Hij handhaafde de orde in Ierland door energieke maatregelen. Na de verkiezingen van 1892 moest hij plaatsmaken voor Gladstone, maar in 1895 vormde Salisbury zijn derde kabinet, waarin ook de leiders der liberale Unionisten zitting namen en waarin hij zelf weer minister van Buitenlandse Zaken werd. In de buitenlandse staatkunde leed hij in 1896 een beslissende nederlaag, doordat Rusland alle dwangmaatregelen tegen Turkije in zake Kreta weigerde, steunend op de goedkeuring van Duitsland.

Ook in de Chinese kwestie van 1898 ondervond het ministerie scherpe critiek, daar Salisbury slechts protesteerde tegen Rusland, toen dit Port Arthur bezette. Daarentegen verkreeg hij belangrijke resultaten in Afrika, toen de macht van de Mahdi gebroken en de Soedan voor Engeland teruggewonnen werd. In de Fasjoda-kwestie trad hij in 1898 energiek tegen Frankrijk op en steunde met kracht de politiek van Joe Chamberlain, waaruit in 1899 de Boerenoorlog ontstond.

Na de verkiezingen van 1900, waarbij de regering de meerderheid behield, legde hij de portefeuille van Buitenlandse Zaken neer (opgevolgd door Lansdowne), bleef echter eerste minister. Toch geldt hij nog als voornaam bewerker van het verbond met Japan. Maar reeds 11 Juli 1902 legde hij ook deze ambten neer en trok zich, na de vrede van Vereniging, uit het staatkundige leven terug. Na zijn dood werden uitgegeven zijn Essays: Biographical, Foreign Politics (Londen 1905).

Lit.: Speeches of the Marquis of S. 1885 (door H. W. Lucy, 1885); S. H. Jeyes, Life and Times of the Marquis of S. (4 dln, 1895-1896); T. D. How, The Marquis of S. (London 1902); Gwendolen Cecil, Life of Robert, Marquis of S., 4 dln (London 1921-1932).

< >