hoofdstad van Saarland, aan de gekanaliseerde Saar, kruispunt van spoorwegen, o.a. naar Neunkirchen, Trier, Metz, Saargemünd, werd in 1909 met de aangrenzende steden Malstatt-Burbach en St Johann aan de Saar tot één stadsgemeente verenigd. Saarbrücken telt (1952) 113.640 inw. (voor het grootste gedeelte R.K. en het kleinste deel Evangelisch).
Evangelische kerken zijn: de Slotkerk (gebouwd in 1476), de Lodewijkskerk, van 1762-1765 in Rococo-stijl gebouwd, de Gothische stiftskerk in St Arnual (in 1897 met Saarbrücken verenigd), uit de 13de en 14de eeuw, de Gothische Johanneskerk (in St Johann, gebouwd van 1894-1898). R.K. kerken zijn o.a. de kerk in St Johann (van 1754-1759 in Rococo-stijl gebouwd) en de nieuwe Gothische kerk in het stadsgedeelte Malstatt (in 1910 ingewijd). Wereldlijke gebouwen zijn: het hooggelegen slot, tot 1793 residentie van de vorsten van Nassau-Saarbrücken, het stadhuis in Saarbrücken (in 1750 gebouwd), het stadhuis in St Johann met pronkzaal. Bij Spichern en Forbach in de omgeving staan gedenktekenen aan de oorlog 1870-1871.
Saarbrücken is het middelpunt van het naar deze stad genoemde steenkolengebied (Saarbekken) en van een gebied van grootindustrie (machines, ketels, kettingen, ijzerconstructies, chemische producten, zeep, portlandcement, ijzer- en metaalgieterij, bierbrouwerij, glas, piano’s, apparaten, carrosserieën, sigaretten enz.). Hoogovens zijn gevestigd in Burbach, de voornaamste industrieën in Malstatt. De handel in steenkolen en cokes, ijzererts, kalk en hout is van belang. De stad bezit een Kamer van Koophandel, verschillende bankiershuizen enz., het Saarmuseum, en vele andere instellingen.
Lit.: W. Kruspe, S. (1925); W. Martin, S. (1932); W. Zimmermann, Die Kunstdenkmäler der Statt u. des Landes S. (1932).
Geschiedenis
Saarbrücken was oudtijds hoofdstad van een graafschap van die naam, dat van 1381-1797 geregeerd werd door graven uit het huis Nassau-Saarbrücken en daarna door graven uit het huis Nassau-Usingen. Bij de Vrede van Lunéville kwam het aan Frankrijk (1801), bij de Tweede Vrede van Parijs aan Pruisen (1815). In het begin van de Frans -Duitse oorlog werd de stad door de Fransen bezet, na de slag bij Spichem weer door de Pruisen (6 Aug. 1870). Van Nov. 1918 - Mrt 1935 was de stad met de rest van het Saargebied weer van Duitsland afgescheiden, na de volksstemming van 1935 werd zij voor tien jaar Duits.
Lit.: Ruppersberg, Gesch. der ehemaligen Grafschaft S. (3 dln, 1899-1903).