Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Rudolf LEUCKART

betekenis & definitie

Duits dierkundige (Helmstedt 7 Oct. 1822 - Leipzig 6 Febr. 1898), studeerde te Göttingen, waar hem reeds in zijn studietijd door Wagner de voltooiing van zijn Lehrbuch der Zoötomie, (2de dr., 2 dln, 1843-1847), Die Anatomie der wirbellosen Thiere, (1845) opgedragen werd. Hij promoveerde in 1854.

In 1850 werd hij buitengewoon, in 1855 gewoon hoogleraar te Giessen en sedert 1869 was hij gewoon hoogleraar in de dierkunde te Leipzig. Hij verrichtte belangrijke onderzoekingen op het gebied van de ongewervelde dieren, scheidde de Coelenterata van de Echinodermen, onderzocht o.a. de micropyle der insecteneieren (1855), de parthenogenesis der insecten (1858) en de levendbarende vliegenlarven (1865). Vooral echter heeft hij zich bekend gemaakt door zijn geschriften over de ingewandswormen, waarvan hij de vaak zeer ingewikkelde levensloop ontdekte.Bibi.: Über den Polymorphismus (1851); Die Parasiten des Menschen (2 Bde, 1862-1876); Über die Morphologie und Verwandschaftsverhältnisse der wirbellosen Thiere (1848); Zur Kenntniss des Generationswechsels und Parthenogenesis der Insekten (1858).

Lit.: V. Carus, Zur Erinn. an R. L., Ber. Verh. d. k. Sächs. Ges. d. Wiss., 50, 1898; Taschenberg c.a., Festschr. z. 70. Geb. R. L.s (Leipzig 1892); Idem, R. L., in: Leopoldina, Heft XXXV, 4, 1899; Allg. deutsche Biogr. 51 (1906).

< >