Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Rudolf CARNAP

betekenis & definitie

Duits wiskundige (Wuppertal-Ronsdorf, in Rijnland, 18 Mei 1891), hoogleraar in de natuurfilosofie aan de Duitse universiteit te Praag en later te Chicago, bekleedt een belangrijke plaats onder de wiskundige filosofen van relativistische richting en behoort tot de bekende Wiener Kreis. In zijn geschriften stelt hij het subjectieve karakter van schijnbaar objectieve oordelen in het licht en toont hij aan, dat vele schijnbaar diepzinnige problemen iedere wezenlijke inhoud ontberen en het karakter van misverstanden op taalgebied hebben. Te zamen met H.

Reichenbach redigeerde hij het filosofische tijdschrift Erkenntnis (1932-1939).In de latere jaren heeft Carnap zich ontwikkeld tot een der belangrijkste figuren, na de dood van Otto Neurath (1945) wel tot de leidende figuur uit de kring der neo-positivisten.

Bibi.: Der Raum. Ein Beitrag zur Wissenschaftslehre (Berlin 1922); Dreidimensionalität des Raumes und Kausalität (Ann. d. Phil., 4 dln, 1924); Der logische Aufbau der Welt (Berlin 1928); Scheinprobleme in der Philosophie. Das Fremdpsychische und der Realismusstreit (Berlin 1928); Logische Syntax der Sprache (Wien 1934; Eng. uitg. 1936); Testability and Meaning (Philosophy of Science 3, 193654, 1937); Foundations of logic and mathematics (Intern.

Encycl. of Unif. Science, vol. 1, no 3, 1939); Studies in Semantics. 1. Introduction to semantics (Cambridge, Mass., 1942), 2. Formalisation of logic (Cambridge, Mass., 1943), 3.

Meaning and necessity (Chicago 1946).

< >