Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROSS, james clarke

betekenis & definitie

Sir, Engels zeeofficier en Poolreiziger (Londen 15 Apr. 1800 - Aylesbury 3 Apr. 1862), die als adelborst zijn oom Sir John Ross vergezelde op diens eerste expeditie voor het zoeken der Noord-West-Passage (1818), nam tussen 1819 en 1825 deel aan de drie arctische expedities van Parry en aan zijn Noordpooltocht (1827), om vervolgens opnieuw onder zijn oom te dienen tijdens diens reis van 1829 tot 1833 in het hoge Noorden. Op deze laatste tocht bereikte hij op 31 Mei 1831 als eerste de magnetische Noordpool.

Bij terugkeer in Engeland werd hij bevorderd tot kapitein ter zee. In 1839 kreeg hij de leiding van de expeditie met de „Erebus” en „Terror” voor het doen van magnetische observaties en exploratiewerk in het Zuidpoolgebied. Op deze tocht, een der belangrijkste uit de antarctische ontdekkingsgeschiedenis, voer hij als eerste door de pakijsgordel, ontdekte Victoria Land, het Ross-eiland met de beide vulkanen welke naar zijn schepen werden genoemd en voer de Ross-zee binnen, langs de voor het eerst aanschouwde beroemde Ross-barrière. In 1843 was de onderneming terug in het vaderland welke ongekende resultaten opleverde, al was Ross teleurgesteld, dat de magnetische Zuidpool voor hem onbereikbaar bleek. Zijn laatste tocht van belang was die uit 1848-’49, gedurende welke hij vergeefse nasporingen deed naar Franklin’s verongelukte expeditie.

K. W. L. BEZEMER

Bibl.: A Voyage of Discovery and Research in the Southern and Antarctic Regions during the Years 1839-1843 (London 1847, 2 dln).

< >