(Frits), Nederlands toneelspeler (Den Haag 1769 - Amsterdam 18 Nov. 1847), stamvader der Bouwmeesters, was verbonden aan het Haagse gezelschap van Ward Bingley; trad in 1813 op in een rol, waarin hij een Oranje-cocarde op zijn hoed droeg, waarna hij van zijn bed gelicht en gevankelijk naar Frankrijk werd gevoerd; nam in 1814 dienst in het leger van Lodewijk XVIII als luitenant bij de Jagers; verbond zich bij zijn terugkomst wederom aan het gezelschap van Bingley; trad in 1846 voor het laatst op. Hij was een voortreffelijk karakter- en vooral comisch speler.
Lit.: Joh. Hilman, Ons Tooneel (Amsterdam 1879).