Oudfrans gedicht van ca 1160. De Roman d’Eneas is een middeleeuwse bewerking van Vergilius’ Aeneïs, in io 156 acht-lettergrepige verzen die twee aan twee rijmen.
Deze roman in verzen vindt zijn plaats, te zamen met de Roman de Thèbes en de Roman de Troie (door Benoit de Sainte-Maure) in de 12de eeuwse (proto-)renaissance. De onbekende schrijver, die waarschijnlijk Normandiër was, is de oorspronkelijkste en begaafdste van de auteurs der klassieke romans. Hij staat vrij onafhankelijk tegenover zijn voorbeeld, laat bijv. vreemde mythologische bijzonderheden weg, weidt uit over wonderlijke graftomben, schone gewaden, of kunstmatige vogels. Zijn personen zijn middeleeuwse ridders en edelvrouwen geworden. Ten slotte heeft hij een lange liefdesepisode ingevoegd over Aeneas en Lavinia (vv. 7846-9262). Hierin en elders vinden we voor het eerst een nauwkeurige analyse van de verliefdheid, die als een soort ziekte wordt voorgesteld. De latere hoofse dichters hebben deze psychologische analyse verder in hun werken ontwikkeld en ook rechtstreeks is de Roman d’Eneas nagevolgd, nl. door Hendrik van Veldeke in zijn Eneide.PROP. DR M. VALKHOFF
Uitg.: Eneas. Roman du Xlle siècle, par J. J. Salverda de Grave (Glass. fr. du m.-â. nos 44 et 62, 1925-1929).
Lit.: J. J. Salverda de Grave, Introd. a une édition critique du Roman d’E. (La Haye 1888); G. Minis, Textkritische Studiën über den Roman d’E., Neophilologus XXXIII (1949).