Portugees dichter (Torrão 1482 - Lissabon 1552), werd na een moeilijke jeugd in de gelegenheid gesteld, zich aan de studie te wijden. Bij de troonsbestijging van D.
Manuel kwam hij aan het Hof en onder D. João III werd hij geheimschrijver van het Koninklijke Huis. Voor zijn nicht, Joana Zagalo, vatte hij een funeste liefde op, die hem ongelukkig maakte doch ook veel heeft bijgedragen tot zijn letterkundige roem. Beroemd is zijn novelle Saúdades, meer bekend onder de naam Menina e Moça (1554). In de Cancioneiro de Resende zijn zijn Eclogas en andere kleine gedichten opgenomen; dit werk is een der beste van de oude Portugese letterkunde. Zijn Eclogas zijn eveneens vol van zijn bewogen leven en zowel naar inhoud als stijl wordt hij beschouwd als de grondlegger der bucolische dichtkunst in Portugal.
Zijn stijl vond navolgers, o.a. Camões, Cristóvão Falcão, Diogo Bernardes e.a. Ribeiro stierf krankzinnig.Bibl.: Obras, uitg. cl. A. Braamcamp Freire, 2 dln (Coimbra 1923, 2de dl, 2de dr. 1932).
Lit.: M. Menéndez y Pelayo, Menina e Moça, in: Orígenes de la novela, I (1905); M. da Silva Gaio, B. R. (Coimbra 1932).