Nederlands letterkundige (Rotterdam 12 Dec. 1640 - 13 Jan. 1702), werd notaris in zijn geboorteplaats, legde zich toe op de oude talen en werd in 1686 praeceptor aan de Erasmiaanse school. Hij begon de uitgave van Boekzaal van Europe in 1692, dat na zijn dood werd voortgezet, van 1705-1708 onder de titel De Boekzaal der geleerde werelt (z Boekzaal).
Ook gaf hij de gedichten van P. J. Beronicius* uit en speelde een rol bij deze mystificatie.Bibl.: Rijmoeffeningen, bestaande in verscheiden stijl en stoffe van vaerzen, gepast op allerhande gelegentheden en voorvallen (1678, samen met David van Hoogstraten*); De kruisheld of het leven van den apostel Paulus enz. (1681) ; Zegen en vloekdichten (1694); Gedichten (1741, posthuum); Griekse, Latijnse en Neêrduitse vermakelykheden der taalkunde (1688); Historie der vermaarde mannen en vrouwen (1698).
