(ook Philippo), Nederlands bouwmeester (Amsterdam 1607/’08 - begr. io Febr. 1678), broeder van de beide vorigen, was vermoedelijk een leerling van Jacob van Campen en heeft, vooral te Amsterdam doch ook elders, vele aanzienlijke huizen gebouwd, waarvan hij de ontwerpen heeft uitgegeven. Ook bouwde hij de Nieuwe Toren te Kampen ( 1661 ) en een gedeelte van het stadhuis te Deventer (1662).
Bibl.: Afbeelsels der voornaemste gebouwen uyt alle die P. V. geordineert heeft (Amsteleredam 1648, 61 bladen), vervolg: De gronden,- afbeeldingen en beschrijvingen der aldervoomaamste en aldemieuwste gebouwen uyt alle die door P. V. geordineert zijn (Amstelredam 1674, 74 bladen, bestaat uit 2 stukken: a. het Trippenhuis van Justus Vingboons, b. de door P. V. nâ 1648 gebouwde huizen), herdr. Amstelredam 1688, Leyden 1715, Fr. uitg.: Œuvres d’architecture, contenant les desseins des batimens d’Amsterdam ordonnez p. P. V., 2 dln (Leide 1715, La Haye 1736).
Lit.: D. F. Slothouwer, Amsterdamsche huizen 1600-1800 (Amsterdam 1928) ; F. A. J. Vermeulen, Bouwmeesters der klassicistische barok in Ned., diss.
Utrecht (1938) ; G. L. v. Balen, Het probleem Vinckboons-Vingboons opgelost, in: Oud Holland LVI (193g, hierbij: F. A. J. Vermeulen, Enkele aant. betreffende het probleem V., ald. met onj. concl.); Idem, Handb. tot de gesch. der Ned. bouwkunst, III (’s-Gravenhage 1941) ; I.
H. van Eeghen, De fam. Vinckboons-V., in: Oud Holland LXVII (1952).