Duits klassiek filoloog (Bayenthal bij Keulen 24 Sept. 1848 - Groningen 26 Sept. 1888), studeerde te Bonn en Leipzig; in 1877 buitengewoon hoogleraar te Jena, in hetzelfde jaar gewoon hoogleraar te Groningen. Hij bezorgde een tekstcritische uitgave (op grond van een onderzoek der manuscripten) van de Poetae Latini minores (5 dln, Leipzig 1879-1883) en van vele andere Latijnse dichters (o.a.
Catullus, Tibullus, Propertius), bovendien van enkele prozaschrijvers (o.a. Minucius Felix).