Japans admiraal (Shikoku 1880-Tokio 5 Jan. 1947), werd in 1902 tot officier benoemd. Hij maakte deel uit van de Japanse delegatie bij de verschillende conferenties voor de beperking der bewapening ter zee, zoals te Washington (1920), Genève (1931), Londen (1935).
In 1936 werd hij minister van Marine, in 1937 bevelhebber van de zgn. Gecombineerde Vloot en van 1941-1944 was hij chef van de Marinestaf. Als zodanig had hij de opperste leiding over de Japanse maritieme acties gedurende het grootste deel van Wereldoorlog II. Na de capitulatie werd hij begin 1946 in opdracht van het geallieerde opperbevel in Japan in hechtenis genomen als oorlogsmisdadiger.Hij overleed in een Amerikaans legerhospitaal te Tokio aan een acute longontsteking.