het N.O. deel van Friesland, in het N. en W. meest uit klei, overigens uit zand en veen bestaande. Het was één der drie gouwen of goën van Friesland, oorspronkelijk van Westergo gescheiden door de Middelzee, en omvatte 11 grietenijen en 2 steden (Leeuwarden en Dokkum).
Deze goën (de derde was Zevenwouden) hadden hun eigen go-vergadering, in 1506 voor het eerst samenkomend tot een statenvergadering, waarin elke go één stem had. Na 1579 vormden de elf steden van Friesland een eigen „kwartier”. Deze verdeling bleef tot 1795 bestaan.