of Aum (Sanskrit) is in de meeste Indische godsdiensten (vooral in het Brahmanisme, Mahayana-Boeddhisme en het Lamaïsme van Tibet) een mystiek, met zware magische kracht geladen woord (mantra), dat een inroeping, zegening, bevestiging of belofte aanduidt. Gewoonlijk wordt het aan het begin van Heilige Geschriften geplaatst en gaat het aan gebeden vooraf, bijv. in de beroemde spreuk „Om manipadme hum”.
De letters a + u (= o) + m, waaruit het woord is samengesteld, hebben vele betekenissen: voor het volksgeloof zijn het de voorstellingen van de drie Veda’s, of van de goden Agni, Varuna en de Maruts; voor anderen stellen ze de Indische drievuldigheid (Trimurti) voor, terwijl Om in de Mandukya-upanishad wordt gelijkgesteld met Brahman.Lit. _A. H. Francke, Om manipadme hum (Journ. of the Roy. Asiat. Soc. 1915).