Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NYCTAGINACEEËN

betekenis & definitie

plan tenfamilie uit de orde der Centrospermen met 300 soorten in de warmere gewesten, vnl. van Amerika, kruiden of houtgewassen met vaak knopig-gelede stengels, meest tegenovergestelde, gesteelde, enkelvoudige, gaafrandige, veernervige bladen zonder steunblaadjes en in cymeuze inflorescenties staande, zich tegen de avond openende bloemen met een vaak gekleurd 5-slippig bloemdek, waarvan in elk geval het onderste deel als zgn. anthocarp om het vruchtje blijft staan, van 1-veel meest aan de voet vergroeide ongelijk lange meeldraden en (of) een 1-bladig bovenstandig vruchtbeginsel met 1 bodemstandige zaadknop, dat tot een dopvruchtje rijpt, of een schijnbes, wanneer het anthocarp vlezig wordt. Vrije of vergroeide schutblaadjes vormen vaak aan de basis der bloemen een kelkachtig, soms een petaloid hulsel.

De bekendste geslachten zijn Bougainvillea Comm. en Mirabilis L. (Nachtschone).Bij het laatste, dat vnl. in Amerika 60 soorten telt, zit elke bloem afzonderlijk in een 5-spletig groen hulseltje, dat aldus aan een kelk doet denken. Af. Jalapa L., uit Mexico, in Indonesië, waar men het fijngewreven endosperm onder de naam bedak als blanketsel gebruikt, Kembang poekoel ampat (vieruursbloem) geheten, omdat de paarse of gele, ook wel witte, welriekende, 3-4 cm lange bloemen tegen de avond opengaan en Af. longiflora L., met 10—12 cm lange, witte, rode of paarse bloemen, ook uit Mexico, zomede hun bastaard, zijn veel gekweekte 1-jarige of overblijvende sierplanten.

< >