Engels natuur- en geneeskundige (Atherstone Sept. 1641 Londen 15 Mrt 1712), werd op grond van belangrijke microscopische onderzoekingen op het gebied der anatomie en physiologie der planten eerst tot lid en in 1677 tot secretaris der Koninklijke Maatschappij van Wetenschappen te Londen benoemd. Zijn wetenschappelijke werk over het winden der klimplanten en over de sexualiteit der planten legde de grondslag van de anatomie der planten.
In Dec. 1671 kreeg de Royal Society het manuscript van Grew’s boek, The anatomy of plants begun, tegelijk met het eerste deel van het boek van Malpighi over dat onderwerp. Deze boeken ontstonden dus onafhankelijk van elkaar. Linnaeus noemde naar hem het geslacht Grewia.Bibl. : The anatomy of plants begun with a general account of végétation founded thereupon (1672) ; An idea of a philosophical history propounded together with a continuation of the anatomy of vegetables, particularly prosecuted upon roots (1673); The comparative anatomy of trunks, together with an account of their végétation founded thereupon (1675); The anatomy of Plants (1682) ; Bibliogr. in: G. A. Pritzel, Thesaurus litteraturae botanicae (Lipsiae 1872).
Lit.: A. Arber, Makers of British Botany (1913); Hanstein, Die Begründung der Pflanzenanatomie durch N. Grew und M. Malpighi (1886).