een tamelijk gelijkmatige (niet in buien optredende) neerslag, bestaande uit talrijke fijne waterdruppeltjes, kleiner dan 0,5 mm, welke in de lucht schijnen te zweven (en daardoor zelfs zeer zwakke luchtbewegingen zichtbaar maken).Ineen dichte motregen — vooral langs de kust en in bergland — kan er soms nog een aanzienlijke hoeveelheid neerslag vallen, tot wel 1 mm per uur toe. Motregen komt hoofdzakelijk voor in een zgn. „warme massa” (z luchtmassa), d.w.z. wanneer de onderste luchtlagen stabiel zijn doordat zij warmer zijn dan de ondergrond.
Zo komt motregen nogal eens in de warme sector van een jonge frontale depressie voor. De bewolking waaruit motregen valt is meestal een lage stratus (of een mist); de motregendruppeltjes vormen zich hierin eenvoudig door vereniging van de zeer kleine druppeltjes tot minder kleine druppeltjes (zulks in tegenstelling tot de echte regen, bij welks formatie — althans buiten de tropen — meestal ijskristallen en onderkoelde druppeltjes samen betrokken zijn, z neerslag).