een egale wolkenlaag, meestal slechts weinige honderden meters dik en met het uiterlijk van een mistlaag, echter niet met het aardoppervlak in aanraking zijnde; hij behoort tot de lage wolken. Wanneer de stratus zeer laag hangt en a.h.w. in flarden is gescheurd wordt hij fractostratus genoemd.
Uit stratus (in tegenstelling tot nimbostratus) valt geen echte regen of sneeuw, hoogstens motregen of motsneeuw. Valt er geen neerslag, dan ziet de onderkant er a.h.w. „droog” uit. Van boven gezien is een stratuslaag glanzend wit in het zonlicht. Stratus wordt dikwijls door bepaalde plaatselijke omstandigheden veroorzaakt; als een dergelijk stratusdek breekt of oplost, is veelal direct de blauwe hemel zichtbaar (z wolken).