noemt men het evenwicht van een stoffelijk punt P in O, als elke beweging, die bepaald wordt door een beginpunt O' in debuurtvan O en door een voldoende kleine beginselheid, volledig in een gegeven kleine omgeving van O plaatsvindt.
Een punt van stabiel evenwicht komt overeen met een minimale potentiële energie. In het algemeen zegt men ook: een evenwichtsstand voor een stoffelijk stelsel is stabiel, als een willekeurige kleine verstoring niet ten gevolge heeft, dat het stelsel zich ver van de evenwichtsstand verwijdert. Met „kleine verstoring” bedoelt men, dat de punten van het stelsel kleine afwijkingen van de evenwichtsstand krijgen en bovendien kleine snelheden. Algemeen geldt: een evenwichtsstand is stabiel, dan en alléén dan, als de potentiële energie minimaal is.