begrip waarbij men gewoonlijk denkt aan de zgn. veiligheidslampen. In mijnen echter waar weinig of geen mijngas voorkomt werden open raapolielampen gebruikt, die in Groot-Brittannië nog gebruikt worden.
Deze worden echter steeds meer vervangen door carbidlampen, die duurder in aanschaffing doch goedkoper aan brandstof zijn en veel meer licht geven. Ook worden de olielampen door veiligheidslampen vervangen.Maar ook in mijnen waar gevaar van mijngas dreigt verliest de veiligheidslamp terrein, omdat men er steeds meer toe overgaat de mijnen met electrische lampen te verlichten, die in verband met mijn- en gasgevaar aan speciale eisen voldoen. Niet alleen laadplaatsen, steengangen en dergelijke worden aldus verlicht, maar in de laatste jaren ook de werkfronten. De voordelen zijn zo groot dat de kosten om de lichtinstallatie dagelijks met het werkfront mee te verplaatsen gaarne worden gedragen. Voor plaatselijke verlichting in mijngedeelten waar men niet over electriciteit beschikt, doch wel over perslucht, zijn persluchtlampen gemaakt. Dit zijn kleine eenheden, waarin een persluchtturbine een dynamo drijft, die stroom levert voor één lamp. Er zijn al heel wat moderne mijnen, waarop de voorstelling die men van een mijn heeft, nl. een net van donkere gangen waar de mijnwerker zijn zware taak in het halfduister verricht, niet meer van toepassing is.
Het principe waarop de veiligheidslamp, ontdekt door Humphry Davy in 1816, berust, houdt in dat een gasvlam niet door een er overheen geplaatste metalen zeef heenslaat door de afkoeling die de verbrandingsgassen aan de zeef ondergaan. Een verbeterde vorm is de door Wolff (1882) gemaakte benzineveiligheidslamp met inwendige ontsteking en magneetsluiting. die onbevoegd openen onmogelijk maakt. Men kan er mijngaspercentages boven 1% pct goed mee aantonen. Beschadiging of onvoorzichtige behandeling kan deze lamp echter nog tot een bron van gevaar maken. Beter voldoen electrische accumulatorlampen (hand- en petlampen) met lood- of met alkalische accu’s. De loodaccumulator is lichter en goedkoper in aanschaffing dan de alkalische, terwijl het zwavelzuur met waterglas in gelatinevorm gebracht kan worden zodat bij lekken geen zuur kan uitvloeien.
De alkalische accu heeft een langere levensduur en is gemakkelijker te onderhouden. De lichtsterkte bedraagt thans 1-3 kaars.