Hongaars geschiedschrijver (Rakos 21 Oct. 1668 - Nagy-Ajta 22 Apr. 1756), stamde uit een aanzienlijk geslacht in Zevenburgen, was in zijn jeugd aanhanger van de tegen de Habsburgers opstandige Zevenburgse vorst Imre Tököly, diende echter later de (Habsburgse) koning van Hongarije trouw als ambtenaar en rechter. In zijn laatste jaren, toen hij teruggetrokken leefde, schreef hij zijn Geschiedenis van Zevenburgen, die loopt van 1661-1712.
Het werk is levendig, maar niet onpartijdig geschreven.