Engels Australië-onderzoeker (Donington, Lincolnshire, 16 Mrt 1774 - Londen 19 Juli 1814), begeleidde in 1795 de geneesheer Bass op zijn reis langs de Z.O. kust van Australië en omzeilde van 1798-1799 Tasmanië. Op een nieuwe tocht onderzocht hij in 1801 met Robert Brown de zuidkust van Australië, waarop in het volgende jaar de oostkust volgde.
Hier ontdekte hij de Torresstraat en nam de kusten van de Carpentariagolf op. Hij ontdekte ook de invloed van het op het schip aanwezige ijzer op de richting van de kompasnaald en vond, om dit te voorkomen, de loodrechte magneet in het kompas. Hij schreef Voyage to Terra Australia (2 dln, met atlas, London 1814). Een deel van zijn ontdekkingen is abusievelijk toegeschreven aan de Franse kapitein Baudin, die in dezelfde wateren gevaren heeft en vele informaties van Flinders verkregen had. Na Cook is hij de grootste onderzoeker van de kusten van Australië geweest. Naar hem zijn o.a. het Flinderseiland, de Flinders Range en de Flindersrivier genoemd.Bibl.: Observations on the coast of Van Diemen’s Land etc. (London 1801); A voyage to Terra Australis... 1801-1803. z vol. + Atlas (London 1814).
Lit.: E. Scott, Life of captain M. F. (Sydney 1914).
