Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Louis hyacinthe bouilhet

betekenis & definitie

Frans dichter (Cany, Seine-Inf., 27 Mei 1822-Rouaan 18 Juli 1869), begaf zich in 1854 naar Parijs, waar zijn gedichten: Meloenis, conte romain en Les fossiles veel opzien baarden. Tevens gaf hij uit: Poésies, festons et astragales (1859), en de drama’s: Madame de Montarcy (1856), Hélene Peyron (1858); L’Oncle Million (1860); Dolorès (1862); Faustine (1863) en La Conjuration d’Amboise (1866).

Na de triomf van La Conjuration werd hij benoemd tot bibliothecaris te Rouaan. In zijn nalatenschap vond men nog het blijspel: Le sexe faible en het drama: Mademoiselle Aïssé (1872), terwijl in 1881 de nieuwste druk verscheen van zijn: Dernières chansons; poésies posthumes. Men kan hem als voorloper der vormverfijnde Parnassiens beschouwen. Hij was een klasgenoot en vriend van Gustave Flaubert*.Lit.: E. Maynial, Gust. Flaubert et L. B., in: Merc. de Fr., nov. (1912); Abbé Letelliér, L. B., 1822-1869 (Paris 1919).

< >