Oostenrijks componist (Olmütz 2 Febr. 1873 - Wenen 16 Sept. 1925), voltooide zijn studies aan het conservatorium te Wenen en was als dirigent werkzaam te Berlijn, Hamburg en Keulen. Na twee vergeefse pogingen tot het componeren van een opera seria (z opera) wijdde hij zich geheel aan het schrijven, en later ook dirigeren van operettes.
In 1907 werden te Wenen tegelijkertijd twee werken van hem uitgevoerd : Die Dollarprinzessin en Der Fidele Bauer. Hij bewees hiermee te behoren tot de voortzetters van de klassieke Weense operette-traditie. Tot zijn belangrijkste werken behoren Die geschiedene Frau (1908), de één-acter Brüderlein fein (1909), Der liebe Augustin (1911), de voor Londen geschreven operette Eternal Waltz (1912) en Madame Pompadour (1922).Lit.: Max Conrad, Neuer Führer durch Oper und Operette (Scientia, Zürich 1944); E. E. F. Kühn, Führer durch die Operetten (Breitkopf & Härtel, Leipzig 1925); Karl Westermeyer, Die Operette im Wandel des Zeitgeistes (München 1931).
