(Kunstleder, wasdoek) is een product dat bestaat uit een weefsel waarop een laag is aangebracht die het een fraai uiterlijk verleent en ondoordringbaar voor water maakt. In de eerste helft van de 19de eeuw kwam het wasdoek aan de markt.
Hierbij werd het weefsel bestreken met uit lijnolie verkregen vernissen, waaraan vulmiddelen en kleurstoffen werden toegevoegd. Wasdoek was de voorloper van hetgeen later kunstleer werd genoemd. Dit kwam ca 1890 aan de markt. Hierbij werd het weefsel bedekt met een nitrocellulosefilm, week (soepel) gemaakt met ricinusolie en om barsten te voorkomen met rubberproducten.Tijdens Wereldoorlog II werd de op het weefsel aangebrachte laag gemaakt uit kunsthars, vooral polyvinylchloride. Het polyvinylchloride- of plastic-kunstleer is zeer soepel en bestendig en is niet brandgevaarlijk, zoals de nitrocelluloseproducten. Men kan in de laklaag een nerf persen waardoor de gelijkenis met leder ontstaat. Toepassing: boekbanden, kinderwagenkappen, de zwaardere soorten voor stoel- en bankbekleding in theaters, spoorwegrijtuigen, auto’s enz.
Men spreekt van kunstleer of leerdoek op plasticbasis, in de winkels ten onrechte kortweg plastic genoemd, wat echter een algemene naam voor kunststoffen is.
Lit.: W. M. Münzinger, Kunstleder-Handbuch (Berlin 1949).