Spaans dramatisch auteur (Madrid io Mei 1760 - Parijs 21 Juni 1828), zoon van de schrijver Nicolós Fernandez de Moratin, wijdde zich al vroeg aan de studie van de letteren, was (1787) secretaris van de Spaanse ambassade te Parijs, later van de „Interpretación de lenguas”. Bij de nadering van de Fransen koos Moratin de partij van de bezetter en aanvaardde de post van koninklijk bibliothecaris uit handen van Joseph Bonaparte.
Bij de terugkeer van Ferdinand VII werd hij verbannen. Hij bracht de laatste jaren van zijn leven in Frankrijk door en stierf te Parijs. Hij bezorgde een vertaling van de Hamlet in proza met aantekeningen (1798). Zijn ideaal als dramaturg was echter Molière, van wie hij L’École des Maris en Le Médecin malgré lui in resp. 1812 en 1814 in het Spaans bewerkte. Zijn eigen stukken. El viejo y la nina (1786), La comedia nueva o el café (1792), La mogigata (1804) en El si de las ninas (1805) doen denken aan Molière en Goldoni, maar hebben toch veel oorspronkelijks. Moratin komt de verdienste toe op het gebied van het drama het beste te hebben geboden wat de 18de eeuw in Spanje te bieden heeft.
Moratin heeft ook lyrische gedichten geschreven; daarin toont hij zich een krachtig satiricus. Zijn Origenes del teatro espanol is sedert lang verouderd, maar was voor zijn tijd zeer verdienstelijk.Teksten: Obras, ed. B. C. Aribau (Madrid 1846), in de Bib. de Aut. Esp., t. II; Obras póstumas, 3 dln (Madrid 1867-1868); Teatro I (La comedia nueva, El si de las ninas), ed.
F. Ruiz Morcuende (2de dr. Madrid 1933), in reeks „Clasicos Casllet.”, t. 58, met inl.