L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Malvaceeën, van het geslacht Kaasjeskruid verschillend door een uit 36 saamgegroeide blaadjes bestaande bij kelk en een boven de dopvruchtjes uitkomend, ze soms bedekkend middenzuiltje der bloem.
Van de 20, vnl. in het mediterrane gebied voorkomende soorten behoren enkele tot de sierplanten, zo: L. trimes tris L., een meterhoge 1-jarige plant uit Zuid-Europa met 3-lobbige bovenste bladeren en grote (5-6 cm) rose of witte bloemen, waarvan het middenzuiltje als een schijf de vruchtjes overdekt; L. arbotea L., een struik of boomachtige soort uit Noord-Afrika en West-Europa met bladen met 7 ronde lobben, bont bij de variëteit variegata, en paarsachtige bloemen ; L. Olbia L., een dergelijke soort uit Zuid-Frankrijk met spiesvormige, 5- tot 3-lobbige bladeren en rode bloemen; en L. assurgentiflora Kellogg, uit Californië. Een paar soorten zijn in Nederland adventief gevonden, zo L. thuringiaca L., een soort als trimestris, maar viltig, met diep ingesneden kroonbladen en een slechts kegelvormig middenzuiltje, uit Midden- en Zuid-Duitsland.