heet de lange, smalle streek in het N. van Noord-Brabant ten Z. van de Bergsche Maas en ten W. van het Land van Heusden. Men verstaat daaronder de rij dorpen van Vlijmen aan de Hooge Maasdijk tot Raamsdonksveer aan de rechteroever van de Donge.
Het vormt een langgestrekt eiland, waarop de nederzettingen dicht bijeen liggen. Door de ongunstige waterstaatkundige toestand is het noordelijke deel van dit gebied vnl. als hooi- en grasland in gebruik. In de 16de eeuw ontstonden hier de leerlooierij en de aanvankelijk als huisindustrie bedreven schoenmakerij. Thans zijn deze bedrijfstakken geheel in fabrieken geconcentreerd, welke ca de helft van de Nederlandse schoenenproductie leveren. Centrum is Waalwijk met een Kamer van Koophandel en Fabrieken voor dit gebied.