(Iers: lóid, laid — lied) is de naam van oude Bretonse liederen, later ook voor Franse (en Provengaalse) epische en lyrische gedichten. Door Bretonse zangers in Noord- en Zuid-Frankrijk verbreid, vonden de lais nl. zulk een bijval, dat ook Franse zangers sedert de 12de eeuw in de vorm en volgens de melodie dezer liederen dichtten.
In de 12de eeuw bestonden in Frankrijk uitsluitend epische lais (Marie de France). Dit waren verhalende gedichten in gepaarde achtvoetige verzen, die gemaakt werden om te worden opgezegd en oorspronkelijk niets anders waren dan verklaringen van de Bretonse tekst der muzikale lais. In de 13de eeuw verdween deze naam als aanduiding voor een verhalend gedicht uit de Franse literatuur. In de 14de en 15de eeuw hebben Guillaume de Machaut, Eustache Deschamps en Alain Chartier lyrische lais gedicht; het waren lange, onregelmatige en sterk muzikale gedichten. Maar langzamerhand verloren zij hun betrekking tot de muziek en, daar de inhoud vaak stichtelijk was, werden zij slechts voor het reciteren vervaardigd. In de 16de eeuw werden zij als ouderwets beschouwd en liet men deze dichttrant varen. In Engeland bleef het woord behouden in de betekenis van lied (bijv. Macaulay’s Lays of Ancient Rome).