gelegen in het N.O. van het oude Babylon, was in de Babylonisch-Assyrische oudheid de heilige stad van Nergal, de god van het dodenrijk. De grote puinheuvel, die heden TellIbrahim heet, is nog niet nader onderzocht.
Bewoners van Kutha (Kuth) en van andere door de Assyriërs veroverde steden hebben zich blijkens II (IV) Kon. 17 : 24, 30 in het veroverde Samarië moeten vestigen. Daarom heet de secte der Samaritanen bij de latere Joden ook die der Kutheeërs.