(of: hoofd), benaming voor een bepaalde krachtmachine op de kermissen, die indertijd in gebruik is gekomen onder de verse herinnering aan de moord, op 13 Dec. 1872 te ’s-Gravenhage gepleegd door Hendrik Jacobus Jut (’s-Gravenhage ig Juli 1851 - Leeuwarden 12 Juni 1878) op mevr. W.
Th. van der Kouwen ten Cate, wonende aldaar aan de Bocht van Guinea (thans Huygensplein) en haar dienstbode Helena Beeloo. Jut, die bij deze moord in mindere of meerdere mate was geassisteerd door zijn latere vrouw Christina Goedvolk (overl. Haarlem 26 Juni 1926), werd op 6 Mei 1876 door het Haagse Gerechtshof tot levenslange tuchthuisstraf veroordeeld.Lit.: H. A. Ett, Multatuli en de misdaad (Amsterdam 1951).