Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Konstantin nikolajewitsj batijoesjkow

betekenis & definitie

Russisch dichter (Wologda 29 (18) Mei 1787-19 (7) Juli 1855). Hij nam deel aan de veldtocht van 1812-1814, legde zich na de oorlog uitsluitend op de literatuur toe en leed van 1817 af aan zware aanvallen van melancholie, die ten slotte in een geestesverbijstering eindigde, welke ongeveer 30 jaar aanhield.

Batijoesjkow gold in zijn dagen als een modernist, daar hij een verwoede vijand was van alle archaïsme en zich tegen iedere invloed van het Kerkslavisch kantte. Hij erkende Tibullus, Petrarca, Tasso en Parny als zijn meesters. Zijn lyriek draagt daarom ook een zacht, enigszins fluwelig karakter. Zeer bekend is zijn Stervende Tasso en zijn elegie De Schaduw van een Vriend, gewijd aan de nagedachtenis van den bij Leipzig (Oct. 1813) gevallen kolonel Petin. Op het laatst van zijn dichterleven zou vooral de Griekse poëzie een grote aantrekkingskracht op hem uitoefenen. Hij vertaalde twaalf amoureuze Oudgriekse epigrammen.Lit.: M. O. Gerschcnzon, Poeschkini Batijoesjkow (1926'.

< >