Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KOELMACHINES

betekenis & definitie

…(tekst ontbreekt sor tot één aggregaat samengebouwd en in of onder de condensor vindt men vaak een ruimte waarin het vloeibaar koelmiddel verzameld wordt, alvorens naar de verdamper te worden teruggevoerd, de zgn. verzamelaar.

De door het koelmiddel in de condensor afgestane warmte wordt meestal afgevoerd door middel van lucht of water. Luchtgekoelde condensors bestaan uit geribde pijpenbundels waarover de lucht geblazen wordt meteen ventilator (behalve bij zeer kleine installaties, zoals koelkasten, waar geen ventilator nodig is). Wanneer de hiervoor beschikbare buitenlucht droog is, wordt vaak tegelijk een kleine hoeveelheid water over de pijpen gesproeid hetwelk door verdamping in de droge lucht een groter effect geeft. Men spreekt dan van een verdampingscondensor. Watergekoelde condensors zijn gewoonlijk uitgevoerd als een ketel met daarin een pijpenbundel waardoor het koelwater circuleert; het koelmiddel condenseert dan in de ketel tegen het buitenoppervlak van de waterpijpen. Het water geeft soms de opgenomen warmte weer af in een koeltoren en wordt dan opnieuw door de condensorpijpen gevoerd.

De tegenwoordig gebruikte expansieventielen werken meestal automatisch. Men kent vlotterventielen, drukgevoelige ventielen en thermostatische expansieventielen.

Koelhuizen worden, om zo weinig mogelijk koude te verliezen, met geïsoleerde muren en dak uitgevoerd, terwijl ook tussen ruimten van verschillende temperaturen vaak isolatie wordt toegepast. Het meest gebruikte materiaal hiervoor is kurkplaat.

Bij grote complexen wordt vaak pekel gebruikt als medium om de koude te verdelen op analoge wijze als in een centraal verwarmd huis water gebruikt wordt om de warmte te verdelen.

Zeer vele kleine koelinstallaties zijn in bedrijf in winkels, zoals slagerijen, melkinrichtingen, en dergelijke.

De koeling van ruimten moet meestal zodanig geschieden, dat niet te veel vocht neerslaat op de verdamper, aangezien anders de lucht te droog zou worden, hetgeen in vele gevallen schadelijk zou zijn voor de opgeslagen goederen.

Een interessante toepassing van een koelinstallatie is nog de zgn. warmtepomp, waarbij het primaire doel niet zozeer is om met de verdamper een lage temperatuur te bereiken als wel om met de condensor een hoge temperatuur te bereiken. Het stadhuis in Zürich, Zwitserland, wordt met de condensorwarmte van een warmtepompinstallatie verwarmd, terwijl de verdamper in de rivier is aangebracht om daaraan de benodigde warmte te onttrekken.

Een warmtepomp wordt ook wel toegepast om lucht te drogen. De lucht wordt dan eerst langs de verdamper geleid alwaar door afkoeling vocht uit de lucht wordt neergeslagen, terwijl dezelfde aldus gedroogde, doch ook koude lucht daarna over de condensor van dezelfde installatie wordt gevoerd om weer te worden opgewarmd. Dergelijke apparaten zijn kant en klaar in de handel voor het drogen van archiefruimten, kelders, e.d.

Lit.: The American Society of Refrigerating Engineers: The Refrigerating Data Book, 2nd ed. (1946); W. Pollmann, Taschenbuch für Kältetechniker, 12. Aufl. (1947); N. A. Imelman, Het Koel- en Vriesbedrijf, 3de dr. (1950).

< >