zijn verbindingen, die een carbonylgroep >C:0 bevatten, aan beide zijden gebonden aan een koolstofatoom (z ook aldehyden). De aliphatische ketonen, waarbij dus twee alkylgroepen aan de carbonylgroep gebonden zijn, worden alkanonen genoemd.
De belangrijkste vertegenwoordiger is het aceton, terwijl methylaethylketon of butanon CH3.CO.C2H5 k.pt 81 gr. C., dat in ruwe houtgeest voorkomt, ook een belangrijk oplosmiddel is. Benzophenon is een voorbeeld van een zuiver aromatisch keton. Ketonen vertonen in het algemeen dezelfde additiereacties als de aldehyden, zo ontstaan bijv. met hydroxylamine ketoximen; zij kunnen zich ook met andere verbindingen en met zichzelf condenseren, maar in tegenstelling met aldehyden hebben zij geen reductievermogen bijv. ten opzichte van Fehlings proefvocht en vertonen zij niet het verschijnsel van autoxydatie.